"Met welk verlangen ben je vanavond naar ons toe gekomen?"

"Als jongetje had hij talloze keren uitgereikt naar zijn vader, maar keer-op-keer bleef hij met lege handen staan. Zijn verlangen veranderde in gemis. Zijn gemis veranderde in wanhoop. Zijn wanhoop veranderde in een diepe overtuiging dat nooit iemand meer in staat zal zijn om zijn verlangens te vervullen."

Gepubliceerd op: 01-10-2022 door Robin & Martijn

Niet zo lang geleden kwam een man van in de dertig naar een van onze sessies op vrijdagavond. Vooraf had hij gemaild met de vraag of dit wat voor hem zou zijn. Het was de eerste keer dat hij naar een mannengroep zou komen. Eigenlijk wilde hij al veel langer, maar de stap om zich aan te melden had hij niet eerder gezet.


Op de vrijdagavond zelf kwam hij iets voor 19:00 uur binnen. Net zoals wij alle mannen begroeten met een hug, zo verwelkomde wij hem ook. Zijn spanning was voelbaar, het verwarde hem zichtbaar. De eerste helft van de avond bleef hij wat op de achtergrond aanwezig.


Toen hij later op de avond tijdens een deelronde het woord nam, vertelde hij hoe hij zich al zijn hele leven een beetje verdoofd had gevoeld. Eenzaam, nergens echt bij horen, nergens echt enthousiast over zijn. En ook nu wist hij niet wat hij wilde met zijn leven. Hij had een baan en een relatie en dat ging op zich wel oké, maar echt blij werd hij er niet van. Hij was ook nooit meer dan een paar jaar bij dezelfde werkgever of bij de dezelfde vrouw gebleven. Eigenlijk kon hij zich helemaal niet herinneren dat hij ooit ergens echt enthousiast over wat geweest. 


"Met welk verlangen ben je vanavond naar ons toe gekomen?". De vraag ontroerde hem direct. Van achter zijn verlangen kwam meteen zijn gemis tevoorschijn. Het besef dat hij vanavond op een plek was aangekomen waar zíjn verlangen wordt gehoord, legde bloot hoe vaak hij dat ook heeft moeten missen. Als jongetje had hij talloze keren uitgereikt naar zijn ouders, maar keer-op-keer bleef hij met lege handen staan. Zijn verlangen veranderde in gemis. Zijn gemis veranderde in wanhoop. Zijn wanhoop veranderde in een diepe overtuiging dat nooit iemand meer in staat zal zijn om zijn behoeftes te vervullen. Het heeft geen zin, het helpt toch niet. Eigenlijk had deze man het leven al opgegeven, teruggetrokken in stil verdriet. In de groep weerklonk de echo van een onderbroken uitreiking van een klein jongetje naar zijn ouders toe.


Het is een beeld wat we vaak zien: mannen die als jongetje het basisvertrouwen in hun ouders -en later in andere volwassenen- zijn verloren dat zij er voor hem zullen zijn zoals hij dat nodig heeft. Op volwassen leeftijd, vaak in (liefdes)relaties, manifesteert zich dat op een van de volgende manieren:


  • De man die er bang voor is om gesmoord te worden. Hij houdt zijn behoeftes en verlangens voor zichzelf. Hij houdt afstand door een starheid in zijn beschikbaarheid. Hij heeft het gevoel dat als hij anderen te dichtbij laat, hij verstrikt raakt in de netten van de ander. Veelal is hij opgegroeid in een gezin met afwezige vader en een over-aanwezige moeder, in wiens netten hij toen verstrikt raakte.


  • De man die nooit heeft geleerd wie hij wel en niet kan vertrouwen, omdat zijn ouders voor hem zowel een bron van liefde als een bron van angst waren. Hij is angstig geworden voor de nabijheid van een ander en onzeker over zichzelf. Veelal is hij opgegroeid in een gezin waarbij de interactie met zijn ouders onvoorspelbaar, incoherent en soms gevaarlijk was.


  • De man die geleerd heeft om het alleen te doen, omdat hij geen steun kreeg van zijn ouders toen hij dat echt nodig had. Als kind leerde hij te focussen op de behoeftes van zijn ouders. Zijn behoeftes deden er immers niet toe. Als volwassene is hij sensitief voor de behoeften van anderen, maar kan slecht contact maken met wat hij zélf wil. Ondertussen blijft hij zijn hele leven worstelen met een gevoel van tekort.


Stuk voor stuk zien we dat deze mannen een familiegeschiedenis hebben met onverwerkt verlies en tekort. Ouders of grootouders die het slecht hadden vanwege hun leefsituatie, bijvoorbeeld door oorlog, werkeloosheid of geldgebrek. Ouder of grootouders die een groot verdriet hadden, bijvoorbeeld om te jong overleden familieleden. Als jongetje troffen ze daardoor een vader of moeder aan die -door hun onafgeronde rouw- niet werkelijk beschikbaar waren, ook al leek dat wel zo. Het was alsof ze telkens naar de verkeerde uitreikte.


In onze sessies Mannelijk Leiderschap vanuit het Hart werken we daarom veel met de diepe behoefte aan veilige nabijheid. Van daaruit ontstaat er ruimte voor het rouwproces en erkenning voor het tekort wat er ooit was.


Een man die voelt dat het veilig is om zijn behoeftes te uiten, komt ook in contact met zijn natuurlijke agressie. Er ontstaat ruimte voor de boosheid over wat hij vroeger heeft moeten missen, maar bovenal ontstaat er ruimte om te gaan staan voor wat hij werkelijk wilt. Zo bang als hij ooit was om zijn gevoelens te uiten, is het een openbaring voor hem dat de groep hem juist wilt zien om wie hij nu werkelijk is.



Bronnen:

De Maskermaker, Wibe Veenbaas, Joke Goudswaard, Henne Arnolt Verschuren

The Invisible Presence, Michael Gurian

To be a Man, Robert A. Masters

Share by: